In 1967 veroverd Nederland Suriname. Voor die tijd had nog geen westerse kolonie zich stand gehouden op Suriname. De Surinaamse koffie en suiker leverde veel op en werden verkocht op de Nederlandse markt. Rond 1800 werd het aantal slaven dat voor Nederland werkte in de koffie en suiker industrie en als persoonlijke slaaf op 50.000 geschat. Het slavenaantal liep langzaam af door de inval van Engeland die het importeren van slaven uit Zuid-Amerika verboden. Een groot deel van de slaven liep weg en vestigde zich in de Jungle. De afstammelingen worden vandaag de dag nog steeds bosnegers genoemd. In 1863 werd de slavernij op de plantages officieel afgeschaft in Suriname.
Buiten de plantagelandbouw waren er maar weinig economische alternatieven om als Surinamer aan te verdienen. De vondst van goud zorgde voor werk voor een deel van de voormalige slaven/inwoners, en de groei van de overheid zorgde voor een paar arbeidsplaatsen. Een industriele revolutie was er niet. Rond 1970 verdiende 23% van de beroepsbevolking zijn brood in de landbouw, 15% in de industrie en 40% bij de overheid.
Na de oorlog ging Suriname in protest tegen Nederland over de slechte ontwikkelingen. Na een reeks onderhandelingen werd Suriname in 1975 onafhankelijk verklaard. Veel verbetering was er niet en dit leidde tot een conflict tussen beroepsmilitairen en de regering. De burgerregering verdween hierdoor en Desi Bouterse verklaarde de macht over te hebben genomen met zijn Nationale Militaire Raad. Zij kondigden aan dat zij de corruptie willen beëindigen en belangrijke hervormingen willen invoeren. De president toentertijd (Ferrier) accepteerde de overname mits er een burgerregering zou komen.
In de volgende jaren kende Suriname regeringen van verschillende signatuur. Wel hadden de militairen onder leiding van Desi Bouterse ( 'Bevel') het laatste woord. Een dieptepunt vormden de decembermoorden van 1982, waarbij vijftien prominente oppositieleden door de militairen werden geëxecuteerd. Dit waren zwarte dagen voor Suriname en leidde tot meer negativiteit voor Desi Bouterse. Ook verslechterde de economie en er ontstond een guerrila onder leiding van Ronnie Brunswijk. Dit guerrila ging met het Nationale Binnenlandse Leger van Bouterse in oorlog, de binnenlandse oorlog. Het was een harde ongekende strijd dat veel leed heeft achtergelaten in Suriname en waar nog veel sporen van terug te vinden zijn.
Dankzij het vriendschapsverdrag tussen Nederland en Suriname is Suriname weer op te been geholpen ondermeer door 1,3 miljard gulden en zelfs voedselpakketten toen het diepste dal bereikt was. Desi Bouterse kwam met zijn partij in 1996 weer aan de macht en daardoor kwam de slechte naam van drugshandel (cocaine) weer naar boven. Bouterse zou daar in Nederland strafrechtelijk voor veroordeeld worden.In 2010 word Bouterse zelfs als president gekozen. Nederland is daar niet blij mee. Onze mister van buitenlandse zaken Verhagen zegt dat Bouterse alleen welkom is in Nederland om zijn straf uit te zitten. Het Surinaamse parlement neemt in april 2012 de amnestiewet aan, waardoor de verdachten van de decembermoorden in 1982 vrijuit gaan. Als reactie hier op roept Nederland haar ambassadeur terug en stopt met betalingen aan Suriname.
Vandaag de dag wordt Suriname nog steeds gezien als een derde wereld land. De banden met Nederland worden lagnzamerhand geprobeerd te herstellen maar zo lang Bouterse aan de macht is zal dit geen hechte band worden.